|
Waterstaatkundige werken hebben
Zeeland ingrijpend veranderd. Zeearmen zijn afgedamd, dijken
verhoogd en overal zijn nieuwe wegen aangelegd. Ook de
Oosterschelde bleef niet onberoerd. Dat is te zien aan de hoge
dijken tussen Yerseke en Wemeldinge, met in de verte, voorbij
droogvallende platen, zicht op de Zeelandbrug. Maar één ding gebeurde niet: afsluiting. Door de bouw van de pijlerdam aan de ingang van de Oosterschelde bleef het getij (met zout water!) in de zeearm aanwezig. Bij eb vallen nog steeds grote stukken grond droog; duizenden vogels vinden daar hun voedsel. Ook bleef de Oosterschelde rijk aan zeevruchten: het is, met relatief warm water, een kraamkamer voor Noordzeevis en de oester- en mosseltelers in Yerseke kunnen hun werk voortzetten.
|